IJzingwekkende autoschades: blikschade versus letselschade

automobilist veroorzaakt letselschade aan fietser

Informatie auteur: dit artikel werd geschreven en/of inhoudelijk gecontroleerd door gecertificeerd autoverzekeringsexpert Ruud de Laat.

Wist je dat bumperschade de vaakst voorkomende vorm van blikschade bij auto’s is? Meestal wordt bumperletsel veroorzaakt door lage paaltjes of hekjes die over het hoofd worden gezien tijdens het inparkeren of wegrijden vanuit parkeerstand. Natuurlijk zijn zulke blikschades erg vervelend. Het is echter nog véél beroerder als bepaalde verkeersregels niet worden nageleefd of bepaalde verkeerssituaties foutief worden inschatten…

Waardoor de bestuurder zélf of medeweggebruikers gewond raken. Kortom: letselschade. Helaas komt het nog altijd met grote regelmatig voor dat er ernstige of zelfs fatale verkeersslachtoffers vallen doordat verkeersregels worden overtreden. Dit kan extreem ernstige gevolgen hebben. Vooral bij persoonlijk letsel kunnen de fysieke, mentale, emotionele én financiële consequenties buitengewoon hoog oplopen.

Wij vertellen je hieronder wat de meest voorkomende blikschades en letselschades zijn. Maar ook welke gevolgen ze kunnen hebben en hoe je omgaat met deze uitvloeisels…

Tip: vul hier het kenteken van jouw auto in…
Vul je kenteken in:

En vind direct een goedkopere autoverzekering!

Blikschades: impact & kosten blijven veelal beperkt

Uit onderzoek is gebleken dat automobilisten gemiddeld 1 keer in de 5 jaar te maken krijgen met blikschade. (bron) Zoals reeds hierboven aangegeven: bumperschade is de meest voorkomende vorm van materiële autoschade. Na bumperschades zijn lakschades, krasschades, deukschades en ruitschades de vaakst voorkomende blikschades.

Als je een peperdure auto volledig ‘in de prak rijdt’ (lees: total loss), is de schadelast voor de verzekeraar natuurlijk enorm. Althans, áls de auto in kwestie casco verzekerd is en jouw autoverzekering van een nieuwwaarderegeling is voorzien. Dus de financiële gevolgen van het overgrote merendeel van alle materiële autoschades oftewel blikschades blijven qua ernst, omvang en duur beperkt in vergelijking tot lichamelijke letsels en geestelijke letselschades.

Al met al blijven óók de kosten voor blikschades —zoals bumperschade, krasschade en deukschade— meestal te overzien. Zéker als je dit vergelijkt met letselschades; daarbij lopen de geldbedragen vaak erg hoog op.

Kleine blikschades voor eigen rekening nemen?!

Zijn de geleden schadekosten héél laag? Dan kun je zélfs overwegen om de betreffende gedekte schade tóch voor eigen rekening te nemen en dus niet te claimen op je autoverzekering. Het voordeel hiervan is dat je dan niet achteruitgaat in het aantal schadevrije jaren. Zodoende blijft je premie gelijk en zullen de maandelijkse kosten voor jouw autoverzekering dus niet stijgen.

Claim je een relatief klein schadebedrag wél op jouw autoverzekering, dan wordt deze uitgekeerd door de verzekeraar. Dit klinkt leuk, maar daarmee treedt een terugval op van vijf schadevrij gereden jaren. En dit kan voor een fikse terugval op de bonus-malusladder zorgen, met een aanzienlijke premiestijging tot gevolg. Zo kan het zijn dat het achterwegen laten van een schadeclaim zichzelf snel terugverdient.

Heb je uitsluitend een WA-autoverzekering? Dan zullen kosten die jijzelf veroorzaakt aan de eigen auto sowieso niet worden vergoed.

Letselschade: uitermate ingrijpend, buitengewoon kostbaar

Jaarlijks lopen duizenden Nederlanders letsel op in het verkeer. Het aantal verkeersslachtoffers onder kwetsbare verkeersdeelnemers (voetgangers, fietsers, scooteraars e.a.) neemt de afgelopen jaren zelfs toe. Dus niet voor niets heeft de overheid door de jaren heen talloze maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid te bevorderen en de kans op letselschade te minimaliseren. Voorbeelden hiervan zijn maximumsnelheden, voertuigvereisten, gordelplicht, helmplicht en allerhande strafmaatregelen, waaronder bekeuringssystemen. (bron)

Door de toenemende verkeersdrukte zullen verkeersongevallen zich voorlopig tóch blijven voordoen, dus óók letselschades. Maar wat is verkeersletsel nu eigenlijk precies?  Onder letselschade valt alle ‘schadeletsel’ van lichaam én geest, zowel materieel als immaterieel. Dus niet alleen tastbare, zichtbare, voelbare, meetbare en diagnosticeerbare verwondingen en beperkingen… Maar ook ietwat abstractere klachten zoals pijn (ook wel leed, smart, verdriet of lijden genoemd), blijvende invaliditeit, gederfde levensvreugde, shockschade en affectieschade. De bottom-line is dat slachtoffers er door toedoen van een ongeval niet op achteruit mogen gaan.

Verkeersletselschades zijn doorgaans complex van aard, zowel qua inventarisatie en aansprakelijkheidsverdeling als qua schadeafwikkeling.

Materiële vermogensschade & immateriële geestesschade

Sommige letsels kunnen en/of moeten worden behandeld. En medische behandelingen zijn doorgaans kostbaar. Echter kan ook voor moeilijk diagnosticeerbare en onbehandelbare klachten een schadevergoeding c.q. schadeloosstelling worden geëist: smartengeld. (bron) Hoe dan ook zal degene die aansprakelijk is voor een bepaalde letselschade moeten opdraaien voor alle kosten. Hierbij valt te denken aan medische kosten, huishoudelijke hulp, noodzakelijke woningaanpassingen en inkomstenderving door blijvende invaliditeit.

Doorgaans geldt dat verkeersletselslachtoffers schadeloos worden gesteld totdat zij volledig genezen en uitbehandeld zijn: de medische eindtoestand. Nederlandse veroorzakers van verkeersletsels zijn verzekerd voor schade die zij anderen toebrengen navenant de wettelijk verplichte WA-autoverzekering. Deze verzekering werd per definitie in het leven geroepen ter bescherming van verkeersslachtoffers.

Wie is aansprakelijk voor blikschade of letselschade?

Ontstaat er schade ten gevolge van een verkeersongeval? Dan moet worden uitgemaakt WIE aansprakelijk is. Zolang er slechts één partij betrokken is, zijn de aansprakelijkstelling en schadeloosstelling doorgaans snel geregeld.

Als echter sprake is van meerdere belanghebbende partijen, dan moet worden uitgemaakt wie aansprakelijk is voor welk percentage van de geleden schade. De causale aansprakelijkheidsverdeling en procentuele schadeloosstelling geschiedt dan navenant:

  • De schadeomvang: de aard, ernst en omvang van de gereden en geleden schade
  • De situationele omstandigheden van het ongeval: wie was waar en deed wat op welk moment?
  • Overlegde bewijsstukken: ingevulde schade-aanrijdingsformulieren, getuigenverklaringen, situatiefoto’s, expertise-onderzoeksrapporten, medische dossiers en/of doktersverklaringen…
  • De eventuele inmenging van verzekeringstussenpersonen en/of rechtsbijstandsverleners van betrokkenen

Er zijn worstcasescenario’s te bedenken waarbij een verkeersovertreding of roekeloos rijgedrag lijdt tot blijvende invaliditeit of zelfs dood door schuld. Rijden onder invloed, rijden door rood licht, doorrijden na ongeval, rijden onder invloed. Strafrechtelijke delicten en misdrijven die er helaas voor zorgen dat de schuldvraag pijlsnel kan worden beantwoord.

Aansprakelijkheid erkennen óf afwijzen

Een autoverzekeraar zal blikschade of letselschade uitsluitend uitkeren als iemand aansprakelijkheid erkent. Welke partij aansprakelijkheid moet erkennen en welke partij aansprakelijkheid kan afwijzen, verschilt sterk per schadegeval. Soms zijn de betrokken partijen het onderling direct met elkaar eens. Er kan echter ook sprake zijn van twijfel of zelfs verregaande onenigheid en discussie. Kortom: verzekeringstechnische geschillen oftewel verzekeringsgeschillen.

De OVS (Overeenkomst Vereenvoudigde Schaderegeling) vereenvoudigt en versnelt het proces van aansprakelijkstelling, schadeloosstelling, schadeverhaling en schadevergoeding, maar leidt niet altijd tot rechtvaardigheid en genoegdoening. Een billijkheidscorrectie zou moeten kunnen zorgen voor een proportionele verdeling van de schadelast, maar pakt niet altijd fair uit.

Want is bijvoorbeeld een kind van tien betrokken en 100% schuldig, dan ben jij alsnog voor 100% aansprakelijk en draait dus op voor de volle 100% van de schade. Kwetsbare verkeersdeelnemers c.q. zwakke weggebruikers worden namelijk extra goed beschermd indien zij bij een ‘ongelijkwaardig ongeval’ betrokken raken. Dit is als zodanig geregeld in artikel 185 van de Wegenverkeerswet 1994. (bron)

In geval van verzekeringsgerelateerde geschillen wordt doorgaans juridische rechtshulp ingeschakeld en moet uiteindelijk de rechter een finale beslissing nemen. De schade-uitkering geschiedt dan navenant de gerechtelijk uitspraak.

Blikschade of letselschade: tot slot…

Heb je letselschade of blikschade veroorzaakt bij een ander? Dan kan de benadeelde tegenpartij deze schade claimen op jouw WA-verzekering. Beschadig jij jouw eigen auto? Dan moet je allrisk-verzekerd zijn om schade vergoed te krijgen.

Veroorzaakt een ander blikschade bij jou? Stel dan diens WA-verzekeraar aansprakelijk! Dus ben je letselslachtoffer? Dan ben je niet enkel aangewezen op jouw eigen verzekeringen (zorg, inzittenden, arbeidsongeschiktheid, rechtsbijstand e.a.)… Je kunt alle schade die jij door andermans schuld lijdt óók claimen op de WA-verzekering van de schuldige en aansprakelijke wederpartij. Alle door jou te maken kosten dienen te worden vergoed.

Al met al kan worden geconcludeerd dat letselschades extreem akelig zijn voor verkeersslachtoffers. Des te meer indien sprake is van langetermijngevolgen voor de gezondheid of zelfs chronisch c.q. blijvend letsel. Dat neemt overigens niet weg dat doorgaans óók de dader wordt benadeeld. Schuldgevoelens kunnen een zware tol eisen; zéker als letselschade is ontstaan door roekeloos rijgedrag of een verkeersovertreding.

Er wordt nog weleens licht gedacht over ‘lichte’ verkeersovertredingen. Een ongeluk zit echter in een klein hoekje. En de potentiele gevolgen (qua letselschade) kunnen ronduit desastreus zijn.